HAARLEM - De gemeente Haarlem hoeft niet handhavend op te treden tegen de Stichting Kunstijsbaan Kennemerland die de ijshockeybaan deze zomer heeft opengesteld. Dat heeft de voorzieningenrechter in Haarlem besloten.


Stichting Kunstijsbaan Kennemerland heeft naar aanleiding van een verzoek van kunstijsvereniging KSV de ijshockeybaan geopend van 11 juli tot 30 augustus dit jaar. Vereniging Milieudefensie vindt dat daarmee regels worden overtreden en heeft de gemeente Haarlem gevraagd handhavend op te treden en de ijshockeybaan te sluiten. Milieudefensie maakt zich met name zorgen over de CO2-uitstoot van de koelinstallaties van de ijsbaan. In de aan de stichting verleende vergunning staat volgens Milieudefensie ook dat de ijsbaan alleen open mag in het winterseizoen.

Omdat de gemeente weigert handhavend op te treden, heeft Milieudefensie een voorlopige voorziening bij de rechtbank in Haarlem aangevraagd.

Verweer gemeente

Volgens de gemeente handelt Stichting Kunstijsbaan Kennemerland niet in strijd met de in 2005 afgegeven vergunning. De gemeente stelt dat er in de vergunning geen regels zijn opgenomen waarin staat dat de ijsbaan alleen in de winterperiode open mag. Ook staan er geen voorschriften in die het energieverbruik beperken.

Bovendien wil de gemeente deze vergunning intrekken omdat de ijsbaan nieuwe koelinstallaties heeft gebouwd. Deze installaties stoten minder schadelijke stoffen uit en daarom is een vergunning niet meer nodig. Als de vergunning wordt ingetrokken, geldt het zogenoemde Activiteitenbesluit. In dat besluit staan ook geen regels over beperken van openingstijden en energieverbruik. Als er al sprake zou zijn van overtreding van de vergunning uit 2005, dan is er volgens de gemeente zicht op legalisatie. Ook dat is voor de gemeente reden af te zien van handhavend optreden.

Oordeel rechter

De voorzieningenrechter oordeelt dat de in 2005 door de gemeente afgegeven vergunning nog altijd geldt omdat deze niet is ingetrokken. Zolang de vergunning niet is ingetrokken, gelden de voorschriften die daarin zijn opgenomen. In die vergunning zijn geen voorschriften opgenomen die het energieverbruik en de CO2-uitstoot tot een maximum beperken.

De afgegeven vergunning bevat ook geen regel die inhoudt dat de ijsbaan alleen in de winterperiode gebruikt mag worden om te schaatsen, oordeelt de voorzieningenrechter verder. Dat bij de vergunningaanvraag weliswaar is vermeld dat de ijsbaan uitsluitend in de winterperiode gebruikt zal worden, is voor de voorzieningenrechter onvoldoende om tot een ander oordeel te komen.

Er is dan ook geen sprake van overtreding van enige regel door het openstellen van de ijshockeybaan in de zomer. De gemeente hoeft daarom niet handhavend op te treden.